Het Stedelijk Museum Almelo gaat in 2025 verhuizen naar het Hofkeshuis, een laat achttiende-eeuws pand met een moderne aanbouw in het centrum van de stad. Mede door een bijdrage van het Rabo Coöperatiefonds Noord en West Twente kan het Stedelijk Museum Almelo de verlichting op de nieuwe locatie verduurzamen.
Nederlandse Reisopera brengt vanaf 13 april nieuwe productie Orphée et Eurydice. De Orpheus-mythe is onverslijtbaar. Het verhaal over de zanger die afdaalt in de onderwereld om zijn geliefde Eurydice terug te halen uit de dood, is honderden malen verteld. Op 13 april gaat bij de Reisopera de nieuwe operaproductie Orphée et Eurydice van Gluck in première in Enschede. Regisseur Jennifer Williams creëerde een poëtisch en fantasierijk concept, waarin de ruimte abstract wordt en ze speelt met tijdverdichting. “Ik ben een regisseur die niet van realisme houdt.” De muzikale leiding is in handen van dirigent Sascha Goetzel, de begeleiding wordt uitgevoerd door Phion, orkest van Gelderland & Overijssel.
SPEELDATA
Enschede, (13 april, première Wilminktheater), Maastricht (16 april, Theater a/h Vrijthof), Groningen (23 april, Stadsschouwburg), Emmen (25 april, Atlastheater), Den Haag (3 mei, Amare), Breda (7 mei, Chassé Theater), Utrecht (10 mei, Stadsschouwburg), Amsterdam (12 + 14 mei, Theater Carré), Apeldoorn (16 mei, Orpheus), Zwolle (18 mei, De Spiegel).
Meer info: https://reisopera.nl/programma/orphee-et-eurydice
Eigentijds verhaal
Regisseur Jennifer Williams keek er heel erg naar uit om deze nieuwe productie van Orphée et Eurydice te gaan maken bij de Reisopera. Voor Jennifer is opera een eigentijdse kunstvorm. Over haar aanpak zegt ze: “Als regisseur begin ik iedere nieuwe productie met twee vragen: waarom wil ik dit verhaal vertellen en waarom specifiek nu?”
“Het Orpheus-verhaal gaat over verzet: verzet tegen de dood, rouw maar ook verzet tegen depressie. We leven nu post-corona, we zijn nog omringd door trauma. Het publiek komt weer naar de theaters en zoekt naar een weg vooruit, zoekt naar eigentijdse helden om ons verder te helpen door moeilijke tijden.”
Orphée, Eurydice, L’Amour
Eurydice is in de regie van Jennifer Williams geen passief karakter, ze zelf ook een artiest – net als Orphée. Ze delen hun liefde voor muziek. Williams: “Het zijn geen popsterren, dat vind ik niet belangrijk. Of je nu Bob Dylan bent of alleen maar zingt onder de douche: muziek kan voor jou een transformerende kracht zijn. Het is een expressie van jouw individualiteit en onze connectie naar het bovenmenselijke om ons heen, zoals de liefde.
We zien aan het begin van de opera dat Eurydice vecht tegen haar depressies. Ze verliest de strijd tegen deze ernstige ziekte en pleegt zelfmoord. Orphée accepteert dit niet, hij wil het universum aanvechten, het lot aanvechten. Hij wil de strijd aangaan met de hogere machten en met de menselijke natuur: alles om haar maar terug te krijgen.
L’Amour is geen alledaagse verschijning, ze is de stralende en bovennatuurlijke personificatie van het gevoel van liefde. Zij maakt ook een ontwikkeling door. Gaandeweg het verhaal verliest ze haar glans omdat zij niet in staat blijkt Eurydice te redden. Alleen het ‘statische’ idee van liefde is immers niet genoeg om iemand te redden, daar is actie voor nodig.”
Eurydice redt zichzelf
Uiteindelijk is het ook niet Orphée die Eurydice redt. Eurydice, geïnspireerd en aangevuurd door L’Amour, besluit om haar leven opnieuw te beginnen. Williams: “Haar kant van het verhaal is belangrijk. Uiteindelijk wordt Eurydice zelf de personificatie van liefde: als liefde een werkwoord is dan ervaren we de oneindige kracht ervan.”
Rouw
Hoe laat je rouw en depressie zien op het toneel? Hierin spelen de vijf dansers en koor Consensus Vocalis een belangrijke rol; zij verbeelden het gevoel van rouw, in zang en beweging. “Iedereen kent het gevoel van rouw, we dragen het allemaal bij ons. Alle koorleden en dansers hebben dus een eigen uniek kostuum, ze zijn niet uniform. Rouw is voor iedereen anders, het hoor bij jouw eigen ervaringen en leven.
Geen realisme
Ze windt er geen doekjes om: verwacht geen realistische enscenering van regisseur Jennifer Williams. “Ik breng iedere dag al door in de realiteit”, zegt ze grijnzend, “ik wilde eens wat anders proberen. Als artiest raak ik geïnspireerd door het poëtische. Ik vind dat opera op z’n best het mogelijke en het onmogelijke bij elkaar brengt. We dagen daarmee ons publiek uit mee te gaan in een andere veronderstelling van de werkelijkheid.”
“Onze fantasie helpt ons te denken dat een andere wereld mogelijk is. In je fantasie is het mogelijk om uit te rijzen boven verdriet en depressie, richting vreugde en geluk. In de wereld waarin wij nu leven hebben mensen dat hard nodig. Dat wil ik met deze Orphée en Eurydice laten zien.”
Transformerende muziek
Dirigent Sascha Goetzel is voor het eerst te gast bij de Reisopera. “De muziek van Gluck is verbazingwekkend. Hij verklankt liefde en dood, maar ook alles wat ons menselijk maakt, zoals hoop, passie, angst en verlangen. Gluck verbeeldt in zijn muziek de kracht van L’Amour die sterker is dan de dood. Deze muziek is revolutionair en laat je geloven dat liefde een transformerende kracht is die ons voorstellingsvermogen te boven gaat.”
Installatie met video en licht
Het decorontwerp van Yoko Seyama bevat een abstracte en beweeglijke installatie. Het ontwerp laat het overweldigende effect van rouw zien. Met videoprojecties en een uitgekiend lichtontwerp wordt een adembenemend en fantasierijk beeld van de onderwereld gecreëerd. De projecties op de installatie van elastiek creëren in iedere scene een compleet ander beeld. De vijf dansers en de zangers van het koor ‘bedienen’ de bewegingen van de installatie.
Kostuums
Kostuumontwerper Sanne Ostervink benadrukt met haar kostuums de individualiteit van alle solisten, dansers en koorzangers. Immers: rouw is een individuele emotie die voor iedereen anders is. Met een gelaagd kleurenpalet en met de hand geverfde stoffen laat ze ook de ontwikkeling zien die de karakters gedurende de opera doormaken. Het kostuum van L’Amour heeft een bovennatuurlijke uitstraling. L’Amour stijgt letterlijk boven de andere zangers uit.
De geboorte van de Franse versie uit 1774
Voor een feest aan het Weense hof in 1762 schreef Christoph Willibald Gluck Orfeo ed Euridice, een korte, Italiaanse theatrale handeling waarin de hoofdrol werd vertolkt door de castraat Gaetano Guadagni. Tijdens zijn verblijf in Parijs breidde Gluck het werk uit tot een Franse opera met de titel Orphée et Eurydice. Hij voegde twee aria’s toe en een aantal dansen, waaronder die van de gelukzalige geesten. Aangezien in de Franse opera geen castraten optraden, herschreef hij de rol van Orpheus voor de tenor Joseph Legros. Ook veranderde Gluck de instrumentatie van zijn werk, door klarinetten toe te voegen. De nieuwe opera ging op 2 augustus 1774 in première en werd een enorm succes. Toen Gluck in oktober van dat jaar weer terugging naar Wenen, waren er al vijftig voorstellingen gegeven.